De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) biedt de schuldenaar de mogelijkheid om zijn schulden vroegtijdig te herstructureren op basis van een akkoord met zijn schuldeisers en daarmee een faillissement af te wenden. In het vorige artikel in deze reeks werd stilgestaan bij de rol van de herstructureringsdeskundige en bij de rechten die de schuldeiser in dit kader heeft.
Weigeringsgronden
De WHOA kan ingrijpend zijn voor een schuldeiser. De wetgever heeft het daarom noodzakelijk geacht om waarborgen op te nemen in de vorm van weigeringsgronden. In dit artikel bekijken we de wettelijke weigeringsgronden waarop de rechter het WHOA-akkoord kan of moet afkeuren. We belichten deze weigeringsgronden ook nu vanuit het perspectief van de schuldeiser.
De weigeringsronden, rechtstreeks afkomstig uit de WHOA zelf, kunnen grofweg in twee categorieën worden opgedeeld. De eerste categorie ziet voornamelijk op weigeringsgronden van procedurele aard, terwijl de tweede categorie hoofzakelijk ziet op weigeringsgronden ter bescherming van de schuldeiser en zijn positie.
Eerste categorie: procedurele weigeringsgronden
De wetgever heeft verschillende procedurele weigeringsronden opgenomen in de WHOA. Een schuldeiser kan een schriftelijk verzoek indienen bij de rechtbank om het WHOA-akkoord op grond van één of meer procedurele weigeringsgronden af te wijzen. Dit kan tot aan de dag van de goedkeuringszitting. Overigens kan de rechter ook op eigen initiatief een WHOA-akkoord afwijzen onder verwijzing naar deze procedurele weigeringsgronden.
Ter illustratie, een procedurele weigeringsgrond bestaat in beginsel indien:
- een schuldeiser niet naar behoren in kennis is gesteld van het WHOA-akkoord;
- een schuldeiser zijn stem niet kan uitbrengen of heeft kunnen uitbrengen;
- het verslag over de uitslag van de stemming niet door de schuldenaar is opgesteld en/of onder de aandacht is gebracht van de schuldeisers;
- de schuldenaar de schuldeisers niet op de hoogte heeft gebracht van de behandeling van het goedkeuringsverzoek bij de rechtbank; of
- de nakoming van het WHOA-akkoord niet voldoende is gewaarborgd.
Tweede categorie: weigeringsgronden rondom de positie van de schuldeiser
Om te waarborgen dat een WHOA-akkoord wordt gerealiseerd dat redelijk is, heeft de wetgever ook (extra) voorzieningen getroffen in de WHOA. De tweede categorie weigeringsgronden dient de schuldeiser en zijn positie te beschermen. Maar daarvoor is wel van belang dat de schuldeiser zelf het heft in eigen hand neemt. In tegenstelling tot de hiervoor besproken categorie, past de rechter deze tweede categorie weigeringsgronden enkel op verzoek van een schuldeiser toe en niet op eigen initiatief.
Wij bespreken hier de meest belangrijke weigeringsgronden in de tweede categorie voor een schuldeiser.
Een schuldeiser die tegen het akkoord heeft gestemd (of ten onrechte niet tot stemming is toegelaten) kan de rechter verzoeken de goedkeuring van het WHOA-akkoord af te wijzen. Dit heeft weliswaar enkel kans van slagen indien summierlijk blijkt dat hij op basis van het voorliggende WHOA-akkoord slechter af zal zijn dan bij het faillissement van de schuldenaar.
Ook kan een schuldeiser, indien hij tegen het akkoord heeft gestemd (of ten onrechte niet tot stemming is toegelaten) én behoort tot een klasse die niet met de vereiste twee derde meerderheid heeft ingestemd met het akkoord, de rechter verzoeken de goedkeuring van het WHOA-akkoord af te wijzen als [niet limitatief]:
- de schuldeiser een ‘kleine’ (concurrente) schuldeiser is en minder dan 20% van de vordering aangeboden krijgt, tenzij er een zwaarwegende grond is die zich tegen een dergelijk minimum verzet;
- de waarde van de onderneming van de schuldenaar na implementatie van het akkoord (de reorganisatiewaarde) niet conform de wettelijke en contractuele rangorde wordt verdeeld en de betreffende schuldeiser daar nadeel van ondervindt, tenzij daarvoor een redelijke grond bestaat; of
- het akkoord niet de optie biedt een uitkering in contanten te ontvangen ter hoogte van het bedrag dat bij vereffening in faillissement naar verwachting in geld zou zijn ontvangen.
Uw stem telt
Alhoewel in dit artikel de weigeringsgronden uit de WHOA vanuit het perspectief van de schuldeiser zeer beknopt uiteen worden gezet, vallen er twee zaken op. Allereerst loont het voor de schuldeiser om tijdig te klagen gedurende de WHOA-procedure, nu het principe “wie zwijgt, stemt toe” geldt. Een schuldeiser kan zich namelijk niet meer op de genoemde weigeringsgronden beroepen indien hij dit niet tijdig heeft gemeld bij de schuldenaar nadat het hem bekend werd. Daarnaast zien we dat de tweede categorie weigeringsgronden pas ruimte geeft voor toepassing als er door de schuldeiser tegen het WHOA-akkoord is gestemd. Wil men gebruik maken van de weigeringsgronden, stem dan in beginsel tegen het WHOA-akkoord in plaats van niet te stemmen.
Wilt u meer weten over de weigeringsgronden uit de WHOA? Lees hier meer over in het handboek dat we, speciaal voor financiële professionals, schreven.
Handboek: WHOA bezien vanuit het perspectief van de schuldeiser
De inhoud van dit artikel is afkomstig uit het handboek dat we schreven voor financiële professionals: WHOA bezien vanuit het perspectief van de schuldeiser. Bent u op zoek naar handvatten om als schuldeiser een actieve rol in te nemen of wilt u meer weten over de belangrijkste wettelijke regels? Download dan hier het handboek.
De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA)
De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) is een nieuw herstructureringsinstrument ter voorkoming van faillissementen. Deze wet geeft de schuldenaar de mogelijkheid om zijn schulden vroegtijdig te herstructureren op basis van een akkoord met zijn schuldeisers en daarmee een faillissement af te wenden. Kenmerkend voor een WHOA-akkoord is dat alle schuldeisers na goedkeuring door de rechter gebonden zijn aan het akkoord, óók indien zij niet stemden of niet hebben ingestemd.
Meer informatie over de WHOA is te vinden op onze WHOA-pagina.