Wanneer een ondernemer overlijdt of zich om andere redenen uit het bedrijf terugtrekt, heeft dat vaak ingrijpende gevolgen voor de continuïteit van de onderneming. Om het bedrijf aan een opvolgende generatie over te dragen, is goed bestuur van wezenlijk belang. Goed bestuur impliceert dat maatregelen worden getroffen voor onverwachte situaties die de continuïteit van het bedrijf in gevaar kunnen brengen, zoals het plotseling overlijden van de ondernemer. In een testament, onmisbaar met het oog op estate planning, kunnen de nodige voorzieningen worden vastgelegd.
Wettelijke verdeling
Is er geen testament gemaakt, dan bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. Laat de ondernemer een echtgenoot en kinderen achter, dan zijn zij gezamenlijk erfgenamen. De nalatenschap wordt automatisch aan de echtgenoot toegedeeld, inclusief de onderneming onder de verplichting de schulden van de nalatenschap voor zijn/haar rekening te nemen. De kinderen krijgen een geldvordering op de echtgenoot ter grootte van hun erfdeel. Deze vordering is echter pas opeisbaar als:
- de echtgenoot overlijdt;
- de echtgenoot failliet gaat of in de schuldsaneringsregeling komt.
Deze zogenaamde wettelijke verdeling kan problemen opleveren in een situatie waarin bijvoorbeeld niet de langstlevende echtgenoot, maar één van de kinderen, die in het (familie)bedrijf werkt, de onderneming wil voortzetten. Het huidige erfrecht bevat voor dergelijke gevallen een aantal aanvullende regels. Elk kind of stiefkind dat de bedrijfsopvolger is, kan aan de rechter verzoeken dat de andere erfgenamen de bedrijfsgoederen (zoals een kantoorpand, voorraden of het wagenpark) tegen een redelijke prijs aan hem of haar overdragen. Op die manier kan het kind het bedrijf continueren.
Heeft de erflater geen echtgenoot en kinderen, dan erven de ouders, broers en zussen in beginsel ieder een even groot deel van de erfenis. Ouders erven minimaal een kwart. De (klein)kinderen van de broers en zussen erven door plaatsvervulling als hun vader en moeder al zijn overleden. Halfbroers- en zussen hebben recht op de helft van hetgeen volle broers en zussen erven.
Testament
Als de ondernemer zijn ondernemingsvermogen of aandelen via een testament nalaat aan een derde of aan slechts één van de kinderen, kunnen de andere kinderen hun zogenaamde legitieme portie opeisen. Zij krijgen dan geen bedrijfsgoederen maar een niet-opeisbare geldvordering. In het testament kan dan worden bepaald dat de opvolger verplicht een deel van de waarde van de onderneming aan de overige rechthebbenden moet uitkeren. De kinderen en rechthebbenden moeten hier dan genoegen mee nemen. Het voortbestaan van de onderneming heeft hierdoor een grotere kans van slagen. Over onterven en het opeisen van legitieme portie, schreven wij eerder al eens een artikel.
Kan de opvolger het bedrag van de inbreng niet in één keer uitbetalen, dan biedt de wet een oplossing: de bedrijfsopvolger kan de aan de erfgenamen te betalen geldsom in termijnen voldoen. Dit kan alleen als in het testament is vermeld dat zonder deze beschikking de voortzetting van een beroep of bedrijf van de erflater in ernstige mate zal worden bemoeilijkt. De ondernemer moet daarom bij het opstellen van zijn testament op deze situatie bedacht zijn geweest en in deze bepaling hebben voorzien!
Betaal zo min mogelijk erfbelasting
Zorg dat de overgang van het ondernemings- en familievermogen ook fiscaal gezien zo gunstig mogelijk verloopt door een zo optimaal mogelijke besparing van erfbelasting. Bestaat de nalatenschap direct of indirect uit ondernemingsvermogen, dan biedt de wet namelijk een aantal faciliteiten. Het gaat enerzijds om kwijtschelding en anderzijds om uitstel van betaling.
Schenken
Afgezien van de mogelijkheid om bij het testament bepaalde zaken met betrekking tot de bedrijfsopvolging te regelen, kunnen ook bepaalde voorzieningen bij leven worden getroffen. Door middel van estate planning kan worden bereikt dat het vermogen, met behoud van juridische waarborgen, zo goedkoop mogelijk overgaat op de volgende generatie. Dat kan bijvoorbeeld vorm krijgen in het doen van schenkingen. Zo kan aan de erfgenamen in spé, die het familiebedrijf niet zullen overnemen, tijdens leven al geld geschonken worden, terwijl aan de erfgenamen die het bedrijf zullen voortzetten bij leven al (gecertificeerde) aandelen geschonken kunnen worden. Als niet alle kinderen tijdens het leven van de erflater gelijke schenkingen ontvangen, kan hij of zij in het testament opnemen dat de ontvangen schenkingen moeten worden ingebracht in de nalatenschap zodat deze schenkingen gelden als een voorschot op het erfdeel.