Het beëindigen van arbeidsovereenkomsten met werknemers is iets waar iedere werkgever mee te maken heeft. Hier kunnen verschillende redenen voor zijn. Denk aan (het voorkomen van) een reorganisatie, een disfunctionerende werknemer of een langdurig arbeidsongeschikte werknemer. Om langdurige procedures te voorkomen, kiezen werkgevers dan ook vaak voor de optie van een beëindiging met wederzijds goedvinden: de vaststellingsovereenkomst. Waar moet u op letten als u uw werknemer een vaststellingsovereenkomst aanbiedt?
Voordat u een vaststellingsovereenkomst opstelt, is het goed om na te denken over de mogelijke alternatieven. Is er bijvoorbeeld sprake van een situatie waarin u als werkgever, indien nodig, tot een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan komen? Met andere woorden: is er formeel sprake van een naderende boventalligheidssituatie of een disfunctioneringssituatie (inclusief verbetertraject) die een eenzijdige beëindiging via het UWV of de kantonrechter zou kunnen rechtvaardigen?
Is dit niet het geval, dan heeft u de medewerking van uw werknemer nodig voor een beëindiging van de arbeidsovereenkomst binnen afzienbare termijn. Randvoorwaarde is in dat geval dat de werknemer bereid moet zijn zich bij uw visie neer te leggen. Dit houdt in dat het voorstel dermate aantrekkelijk moet zijn, dat de werknemer bereid is om het (vaste) dienstverband op te geven.
Is er wel sprake van een situatie waarbij de werkgever de arbeidsovereenkomst ook eenzijdig kan beëindigen via het UWV of de kantonrechter, dan kunt u strakker de onderhandelingen ingaan. De werknemer kan dan immers het alternatief van een eenzijdige beëindiging worden voorgehouden, waarbij geen afspraken op maat gemaakt kunnen worden. Afspraken op maat zijn uiteraard wel mogelijk bij een vaststellingsovereenkomst.
Indien u de arbeidsovereenkomst met uw werknemer wil beëindigen met een vaststellingsovereenkomst, is het belangrijk om dit goed in te leiden. De werknemer moet namelijk instemmen met het voorstel en bereid zijn om vrijwillig het dienstverband op te geven. Een aantal tips:
Is de werknemer bijvoorbeeld een moeilijk bemiddelbare werknemer met een verwachte lange werkloosheidsduur? Dan heeft de werknemer eerder baat bij een einddatum op langere termijn in combinatie met outplacement of scholing dan wanneer redelijkerwijs verwacht wordt dat hij/zij snel weer ander werk vindt. In zo’n geval kan de werknemer beter een einddatum op korte termijn worden aangeboden met een (hogere) beëindigingsvergoeding.
Juist om een op maat gesneden voorstel te formuleren kan in een eerste gesprek met de werknemer een en ander worden afgetast. Hoe meer op maat gesneden en hoe meer (daardoor) de indruk ontstaat dat u zich de belangen van uw werknemer aantrekt, des te groter de kans op een handtekening onder een vaststellingsovereenkomst die voor beide partijen financieel aanvaardbaar is.
Voordat u een voorstel aan uw werknemer voorlegt, zal u dus wat voorwerk moeten doen. Na dat voorwerk kan de bandbreedte van het voorstel bepaald worden en een eerste voorstel aan de werknemer voorgelegd worden. Heeft u vragen over het opstellen van een vaststellingsovereenkomst, neem dan vooral contact met ons op.