Als een werknemer ziek is, heeft de werkgever (op grond van de Wet Verbetering Poortwachter) enkele verplichtingen ten aanzien van de re-integratie. Tijdens corona kan het re-integratieproces vertraging oplopen of zelfs geheel stil komen te liggen. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van een bedrijfssluiting of de werknemer niet kan verschijnen op het spreekuur van de bedrijfsarts. Pas hiermee op, want ook tijdens de coronapandemie gelden de re-integratieverplichtingen uit de Wet Verbetering Poortwachter. Welke verplichtingen dat zijn, vertel ik u hieronder.
De re-integratieverplichtingen voor zowel werkgever als werknemer zijn opgenomen in de Wet Verbetering Poortwachter. Dit houdt onder andere in dat:
Al deze verplichtingen gelden in beginsel ook tijdens corona. Na twee jaar ziekte beoordeelt het UWV of zowel de werkgever als de werknemer zich voldoende hebben ingespannen om een bevredigend re-integratieresultaat te behalen. Komt het UWV tot de conclusie dat er geen bevredigend resultaat is gehaald en hier geen deugdelijke grond voor is, dan kan het UWV een loonsanctie opleggen. Deze loonsanctie houdt in dat de werkgever gedurende een periode van maximaal 52 weken gehouden is het loon aan de werknemer door te betalen. De loonsanctie kan eerder eindigen indien de werkgever alsnog aan zijn re-integratieverplichtingen heeft voldaan.
Het UWV begrijpt dat in deze bijzondere tijden ook het re-integratieproces anders kan lopen dan partijen willen. Om die reden heeft het UWV in aanvulling op de Werkwijze Poortwachter een addendum opgesteld. In dit addendum staat beschreven hoe het UWV de re-integratie inspanningen toetst ten tijde van corona.
Re-integratieverslag
Uit dit addendum volgt onder andere dat het belangrijk is dat het re-integratieverslag goed is ingevuld en indien nodig wordt bijgesteld. Zo moet hieruit volgen welke gevolgen corona heeft gehad op de bedrijfsvoering van de organisatie. Op die manier kan het UWV beoordelen welke re-integratie inspanningen in redelijkheid van de werkgever verwacht kunnen worden. Deze wijzigingen in de inspanningen moeten overigens wel worden opgenomen in het plan van aanpak. Daarnaast is het belangrijk om de probleemanalyse bij te stellen indien de belastbaarheid van de werknemer is gewijzigd door het coronavirus.
Re-integratie in eerste en/of tweede spoor
In het addendum benadrukt het UWV dat ook als er geen of slechts een beperkte aanwezigheid is op de werkvloer, de re-integratiemogelijkheden in het eerste (intern) en/of tweede (extern) spoor moeten worden onderzocht. Een onderzoek kan immers ook op afstand plaatsvinden, bijvoorbeeld een telefonisch consult met de bedrijfsarts en/of het re-integratiebureau. Ook wordt creativiteit van de werkgever en re-integratiebureau’s verwacht om alsnog de re-integratie te laten plaatsvinden. Als er bijvoorbeeld door een (verplichte) tijdelijke bedrijfssluiting geen re-integratie in spoor 1 kan plaatsvinden, dan moet de werkgever al vroegtijdig op zoek naar externe herplaatsing (spoor 2).
Het voorgaande betekent dat de re-integratieverplichtingen voor werkgevers ook gelden tijdens corona. Leun dus niet te veel achterover als werkgever en ga aan de slag met de re-integratie om een loonsanctie te voorkomen!
Alvorens een loonsanctie op te leggen zal het UWV altijd beoordelen of er een deugdelijke grond aanwezig is waardoor de werkgever niet aan de re-integratieverplichtingen heeft kunnen voldoen. Corona an sich is helaas geen deugdelijke grond. Een dreigende betalingsonmacht is evenmin een rechtvaardigingsgrond voor onvoldoende re-integratie inspanningen. Het UWV gaat er namelijk vanuit dat de werkgever gecompenseerd wordt door de diverse NOW-regelingen.
Het argument van een on(voldoende) veilige werkomgeving is ook geen deugdelijke grond volgens het UWV. De werkgever heeft immers een zorgplicht om de werknemers een veilige werkomgeving te bieden. In dit artikel staan wij stil bij deze zorgplicht van de werkgever.
Een deugdelijke grond kan wel aanwezig zijn als er door een bedrijfssluiting of door vermindering van het werkaanbod (fysiek gezien) geen passende arbeid kan worden verricht in het kader van re-integratie. Ook als er geen uitvoering kan worden gegeven aan (onderdelen van) een tweede spoortraject kan er sprake zijn van een deugdelijke grond. Denk hierbij aan een bedrijfssluiting van de externe werkgever.
Let wel op: de beoordeling of er sprake is van een deugdelijke grond ligt bij het UWV. Voor die beoordeling is van belang dat de werkgever steeds zelf aangeeft waarom door corona bepaalde re-integratie inspanningen/activiteiten niet hebben kunnen plaatsvinden. Een juiste invulling en bijstelling van het re-integratieverslag is dus essentieel.
Werkgevers hebben wellicht de focus op alles wat met corona te maken heeft. De mondkapjesplicht en de thuiswerkovereenkomst krijgen in de praktijk (en in de media) veel aandacht. Niet geheel onterecht natuurlijk, maar het is ook goed om stil te staan bij andere belangrijke zaken zoals de re-integratie van de zieke werknemer. Deze inspanningen moeten namelijk ook ten tijde van corona worden uitgevoerd. Het op een laag pitje zetten van de re-integratie inspanningen kan de werkgever dan ook duur komen te staan als een loonsanctie wordt opgelegd.
Blijf daarom kijken naar wat wel mogelijk is (leg dit zorgvuldig vast) en zorg dat het re-integratieproces doorgaat. Bij twijfel of de re-integratie inspanningen afdoende zijn, kan altijd een deskundigenoordeel bij het UWV worden aangevraagd. Het UWV zal in dat geval de re-integratie inspanningen toetsen.
Ziekte en disfunctioneren zijn onderwerpen waar iedere werkgever vroeg of laat mee te maken krijgt. Terwijl de wereld stil is komen te liggen door corona, zijn er natuurlijk nog steeds werknemers die ziek worden en/of disfunctioneren. Lees meer hierover in dit kennisdossier.
Heeft u nog (andere) vragen over de gevolgen van het coronavirus voor uw organisatie? Neem dan contact met ons op.