Een wake-up call voor werkgevers: ook gepensioneerden met een slapend dienstverband kunnen aanspraak maken op een transitievergoeding. Dat oordeelde het Hof in ’s-Hertogenbosch eerder dit jaar, waarbij een werkgever werd veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 77.000,- aan een gepensioneerde werknemer.
De betreffende werknemer was sinds 6 oktober 2014 arbeidsongeschikt en kreeg op 2 oktober 2016 van het UWV een WIA-uitkering toegekend. Deze WIA-uitkering werd op 19 juni 2018 omgezet in een IVA-uitkering. Na het verstrijken van de periode van loonbetaling na ziekte, heeft de werknemer werkgever op 1 februari 2017 en 15 januari 2019 verzocht het slapend dienstverband (en dus de arbeidsovereenkomst) te beëindigen en de transitievergoeding te betalen, maar werkgever ging hier niet mee akkoord. Op 12 maart 2019 liet werkgever de werknemer weten dat werknemer op 29 augustus 2019 de AOW-gerechtigde leeftijd zou bereiken en dat de arbeidsovereenkomst – op grond van de cao – zou eindigen op 1 september 2019. Ook werd medegedeeld dat werknemer geen recht zou hebben op een transitievergoeding. Reden voor werknemer om naar de rechter te stappen.
Oordeel van de rechter
Op 4 april 2019 stelde de rechtbank Limburg werkgever in het gelijk, onder andere omdat het niet opzeggen van een slapend dienstverband - volgens ‘constante jurisprudentie’ - niet in strijd zou zijn met goed werkgeverschap. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch dacht hier beduidend anders over en stelde werknemer eerder dit jaar in het gelijk. Het hof verwees hierbij naar een uitspraak van de Hoge Raad:
“Als is voldaan aan de vereisten van art. 7:669 lid 1 en lid 3, aanhef en onder b, BW voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, geldt als uitgangspunt dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap in de zin van art. 7:611 BW, gehouden is in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een vergoeding aan de werknemer ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Daarbij geldt dat die vergoeding niet meer behoeft te bedragen dan hetgeen aan transitievergoeding verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer de arbeidsovereenkomst zou kunnen (doen) beëindigen.
Op dit uitgangspunt moet een uitzondering worden aanvaard als – op grond van door de werkgever te stellen en zo nodig te bewijzen omstandigheden – de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst. Zo’n belang kan bijvoorbeeld gelegen zijn in reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer. Zo’n belang kan niet gelegen zijn in de omstandigheid dat de werknemer op het moment dat hij zijn beëindigingsvoorstel doet, de pensioengerechtigde leeftijd bijna heeft bereikt.”
Het niet opzeggen van een slapend dienstverband, puur en alleen om een transitievergoeding niet te hoeven betalen, is volgens het hof wél in strijd met goed werkgeverschap. Werknemer werd in het gelijk gesteld en werkgever werd veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 77.000,-.
Saillant detail
Als werkgever wél had ingestemd met het beëindigen van de arbeidsovereenkomst en de transitievergoeding wél had betaald voordat werknemer met pensioen ging, had werkgever een beroep kunnen doen op de regeling van de Wet compensatie transitievergoeding. Deze compensatieregeling gaat per 1 april 2020 in. Vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers compensatie aanvragen bij het UWV, voor de transitievergoeding die ze betalen wanneer ze een werknemer ontslaan die langer dan twee jaar ziek is. Dit kan ook met terugwerkende kracht bij dienstverbanden die zijn geëindigd vanaf 1 juli 2015.
Voor het aanvragen van compensatie bij het UWV gelden de volgende voorwaarden:
- De arbeidsovereenkomst is (deels) geëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid
- Werknemer was bij het eindigen van het dienstverband nog ziek
- Werkgever betaalde een transitievergoeding waar werknemer recht op had
Heeft u te maken met een (bijna gepensioneerde) werknemer met een slapend dienstverband en twijfelt u wat u nu het beste kunt doen? Neem dan contact met mij op.