Vandaag behandel ik het dertiende artikel uit de ‘Leren reorganiseren’-reeks. In het vorige artikel hebben wij de “stoelendans” besproken. De stoelendans kan een optie zijn om werknemers die in aanmerking komen voor ontslag, te selecteren op basis van kwaliteit. Als eenmaal duidelijk is welke werknemers voor ontslag in aanmerking komen, moet er worden onderzocht of het niet mogelijk is deze werknemers alsnog binnen een redelijke termijn herplaatst kunnen worden in een andere passende functie. Dit wordt ook wel de herplaatsingsverplichting genoemd. Vandaag vertel ik u hier meer over.
Een belangrijke vereiste voor het verkrijgen van een ontslagvergunning vanwege bedrijfseconomische redenen is dat de werkgever aannemelijk heeft gemaakt dat er geen mogelijkheden zijn om de boventallige werknemers binnen een redelijke termijn te herplaatsen in een andere passende functie binnen de onderneming. Is de werkgever onderdeel van een (internationale) groep? Dan geldt deze verplichting ook voor het hele concern. De werkgever moet actief op zoek gaan naar herplaatsingsmogelijkheden binnen zijn concern. Hiervoor moet gekeken worden naar de openstaande vacatures en de vacatures die binnen afzienbare tijd zullen volgen. De herplaatsingsverplichting is dus voor veel werkgevers een obstakel. Een soort ‘drempel’ waar de werkgever eerst overheen moet voordat het UWV de ontslagaanvraag beoordeeld.
De herplaatsingsverplichting spreekt over een ‘redelijke termijn’, maar wat is een redelijke termijn? De redelijke termijn voor herplaatsing is gelijk aan de wettelijke opzegtermijn (één tot vier maanden, afhankelijk van de lengte van het dienstverband). Voor arbeidsgehandicapten is deze termijn verlengd tot 26 weken.
Voor herplaatsing in een andere functie, moet de ‘nieuwe’ functie passend zijn. Maar wanneer is een functie passend? Kort gezegd is een functie passend wanneer deze aansluit bij het niveau, de opleiding en de ervaring van de werknemer.
Ook kan een functie passend zijn (of worden) wanneer de werknemer binnen een redelijke termijn (met behulp van scholing) voor deze functie geschikt kan worden. Het gaat hierbij eerder om het volgen van (simpele) cursussen, dan om het volgen van volledige opleidingen. De scholing die redelijkerwijs van werkgevers kan worden gevraagd, moet namelijk binnen dezelfde redelijke termijn kunnen plaatsvinden als de herplaatsing. Hierbij geldt ook dat de duur en de kosten van de scholing bepalend zijn voor de vraag welk scholingsaanbod bij een mogelijk geschikte functie van de werkgever gevraagd kan worden.
De herplaatsingsverplichting is een inspanningsverplichting voor de werkgever. Er hoeft dus niet per se ook een resultaat bereikt te worden. De werkgever zal zich actief moeten opstellen bij de zoektocht naar een ander passende functie en zal eventuele belemmeringen voor een passende functie moeten wegnemen. Uit de rechtspraak blijkt dat het enkel wijzen op openstaande functies binnen de groep en het aanbieden van hulp bij het sollicitatieproces, niet voldoende is om aan de herplaatsingsverplichting te voldoen. Bij de ontslagaanvraag bij het UWV zal de werkgever daarom moeten aantonen welke herplaatsingsmogelijkheden hij heeft onderzocht en waarom herplaatsing niet is gelukt.
Indien er sprake is van één passende functie waar meerdere werknemers voor geschikt zijn, heeft de werkgever in beginsel de vrijheid om te beoordelen welke werknemer het meest geschikt is voor het vervullen van de passende functie.
De herplaatsingsverplichting is een belangrijke stap in het reorganisatietraject. Hoewel de herplaatsingsverplichting ‘slechts’ een inspanningsverplichting voor de werkgever is, zal werkgever zich actief moeten opstellen om aan deze verplichting te voldoen. Als de werkgever hier niet aan voldoet, loopt hij het risico dat het UWV de ontslagaanvraag afwijst, met alle gevolgen van dien.
Wilt u meer informatie over de herplaatsingsplicht of wilt u weten of u zich voldoende inspant om herplaatsing te onderzoeken? Neem dan gerust contact met Jaleesa van den Hof op.