In eerdere blogs hebben we uitgelegd wat je kan doen wanneer een samenwerking spaak loopt en wat de opties zijn om met de desbetreffende partij door te gaan of juist te stoppen. Maar hoe gaat dat in zijn werk bij landgrensoverschrijdende samenwerkingen? Hoe weet je welke regels voor jou van toepassing zijn en heb je dan nog steeds wel dezelfde opties? Naar welke rechter ga je dan? In deze blog leggen wij het uit.
In de regel is er altijd één recht(stelsel) van toepassing op jouw contract of samenwerking, bijvoorbeeld Nederlands recht of Belgisch recht. Welk recht van toepassing is op jouw contract binnen de EU, wordt bepaald door het verdrag van Rome. Dit verdrag geeft standaardregels voor de bepaling van welk recht van toepassing is. Een standaardregel is bijvoorbeeld dat het toepasselijk recht op een contract dat je sluit met een dienstverlener, het recht is van het land waar de dienstverlener vandaan komt. Zo zijn er nog veel meer standaardregels. Ook voor andere soorten contracten of bijvoorbeeld goederen. Dit maakt dat een ander rechtstelsel ook andere opties kan bieden en mogelijk een andere handelswijze vergt bij verzuim.
6 middelen bij verzuim
Op schade zit niemand te wachten, maar wat als jouw contractspartij niet op tijd (of genoeg) producten levert? Of het geleverde product is van mindere kwaliteit? De kans is groot dat – hoe vervelend ook – je eens te maken krijgt met schade. Gelukkig kent de wet voor dit soort situaties zes middelen. Lees meer…
Partijen kunnen ook zelf uitdrukkelijk kiezen voor een toepasselijk rechtstelsel. Jij en jouw buitenlandse contractspartij kunnen dus zelf kiezen welk recht van toepassing is op het contract of de samenwerking. Dit recht hoeft niet het recht van jouw land te zijn of het recht uit het land van jouw contractspartij, dit kan vrijwel ieder recht uit een ander land zijn. Wellicht gelden er in jouw situatie prettigere regels in het recht(stelsel) van een ander land, wat maakt dat je juist voor het recht van dat land kiest. Pas wanneer partijen geen (duidelijke) keuze voor een bepaald recht hebben gemaakt, treden de standaardregels van het verdrag in werking (zoals hierboven). Het is dus van belang dat voorafgaand aan het sluiten van een contract een weloverwogen keuze wordt gemaakt voor het toepasselijke recht, gebaseerd op de regels die eventueel op de samenwerking van toepassing kunnen zijn.
Overigens betekent een keuze voor een toepasselijk recht niet dat een eventuele procedure ook voor de rechter in dat land wordt uitgevochten. Partijen kunnen zelf bepalen welke rechter hun toekomstige geschillen gaat beslechten. Is er geen (duidelijke) keuze gemaakt door partijen dan bestaan ook hiervoor weer standaardregels. Dit kan tot gevolg hebben dat een Nederlandse rechter het recht van een ander land (!) op het geschil moet toepassen, of andersom.
In ieder geval is het raadzaam om altijd een keuze te maken voor een toepasselijk recht en voor de bevoegde rechter, zodat je weet waar je aan toe bent, mocht de samenwerking onverhoopt spaak lopen.
Twijfel je over het toepasselijke recht of wellicht over de mogelijkheden bij verzuim? Schroom dan niet om contact met ons op te nemen!