Kennis & blogs

Huwelijkse voorwaarden: een must voor ondernemers!

Geschreven door M.A. (Marlinde) de Vos-van der Eijk | 15 juli 2021

Huwelijkse voorwaarden en de bescherming van het privévermogen

Eén van de meest genoemde redenen voor (aanstaande) echtgenoten om huwelijkse voorwaarden te maken, is de bescherming van het privévermogen tegen schuldeisers. Wilt u voorkomen dat uw partner aansprakelijk is voor schulden van uw onderneming, dan is het maken van huwelijkse voorwaarden een must. Vanwege het belang hiervan ga ik in dit artikel verder in op het belang van huwelijkse voorwaarden en de werking van de meest voorkomende vormen hiervan.


De rol van de rechtsvorm in relatie tot privévermogen

De rechtsvorm van uw bedrijf speelt een belangrijke rol bij de bescherming van het privévermogen. In de praktijk wordt binnen het Midden en Kleinbedrijf (MKB) veel gebruik gemaakt van de volgende rechtsvormen: de eenmanszaak, de vennootschap onder firma (V.O.F.) en de besloten vennootschap (B.V.). Welke rol de huwelijkse voorwaarden bij iedere rechtsvorm hebben – en in hoeverre zij aansprakelijkheid voorkomen - bespreek ik hieronder.

Rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid
De eenmanszaak en de V.O.F. zijn voorbeelden van rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid. Hierbij is er geen onderscheid tussen zakelijk vermogen en privévermogen. Schuldeisers kunnen voor hun vorderingen op de onderneming bij de ondernemer in privé aankloppen. Als de ondernemer het privévermogen van zijn partner niet heeft afgeschermd, is ook het vermogen van deze partner niet veilig voor schuldeisers van het bedrijf. Huwelijkse voorwaarden kunnen dat voorkomen. Drijft u samen met uw echtgenoot een V.O.F. dan wordt dat ook wel een man-vrouwfirma genoemd. U bent dan allebei met uw privévermogen aansprakelijk voor schulden van de onderneming. Huwelijkse voorwaarden kunnen dat niet voorkomen.

Rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid
De aansprakelijkheid van uw partner en (grotendeels) uzelf voor schulden van het bedrijf kunt u voorkomen door een besloten vennootschap (of naamloze vennootschap) op te richten. Het bedrijfsvermogen en het privévermogen zijn dan van elkaar losgekoppeld. Een uitzondering geldt indien er sprake is van wanbeleid van de zijde van de bestuurder van de vennootschap; in dat geval is hij of zij wel persoonlijk aansprakelijk.


Huwelijkse voorwaarden en de bescherming van het ondernemingsvermogen

Een andere - vaak minder expliciet uitgesproken – reden voor het laten opstellen van huwelijkse voorwaarden is het beperken van de risico’s voor de onderneming in het geval dat onverhoopt een echtscheiding volgt. Moet na een scheiding de (waarde van de) onderneming worden gedeeld, dan kan dat namelijk gevolgen hebben voor de continuïteit van het bedrijf.

Periodiek verrekenbeding
Een ondernemer die gaat scheiden kan ook mét huwelijkse voorwaarden van een koude kermis thuiskomen. Bijvoorbeeld omdat hij de waarde van zijn bedrijf toch met de ex-partner moet verrekenen. Een voorbeeld:

Voorafgaand aan hun huwelijk, laten Piet en Marie huwelijkse voorwaarden opstellen. Daarin sluiten zij elke gemeenschap van goederen uit. Wel komen zij een jaarlijks verrekenbeding overeen, op basis waarvan zij aan het einde van elk jaar met elkaar het inkomen verrekenen dat zij niet aan de gezamenlijke huishouding hebben besteed, zogenaamd overgespaard inkomen. Tijdens het huwelijk start Marie een eigen bedrijf. Aanvankelijk als eenmanszaak, maar naar mate haar bedrijf groeit, besluit zij de rechtsvorm te wijzigen in een B.V.. Het startkapitaal voor de B.V. wordt gestort vanuit haar spaarrekening. Na een aantal jaren loopt het huwelijk van Piet en Marie spaak. Marie gaat er vanuit dat haar bedrijf geen onderdeel uitmaakt van het te verrekenen of te verdelen vermogen. Er zijn immers huwelijkse voorwaarden gemaakt en bovendien is zij enig aandeelhouder in haar B.V.. Piet stelt zich echter op het standpunt dat Marie over de waarde van de aandelen in de B.V. bij helfte met hem moet afrekenen. Van de rechter krijgt hij gelijk.

Hoe zit dat? Piet en Marie hebben toch elke gemeenschap van goederen uitgesloten? De sleutel zit hem in het jaarlijks verrekenbeding. Piet en Marie hebben tijdens hun huwelijk nooit uitvoering gegeven aan dat beding en hebben hun inkomen niet jaarlijks verrekend. In een dergelijke situatie schrijft de wet voor dat aan het einde van het huwelijk door echtscheiding het uitgangspunt geldt dat al het aanwezige vermogen wordt vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden. De spaarrekening die Marie heeft aanwend voor de start van haar B.V. bestond uit inkomen dat zij genoot uit haar eenmanszaak. Dat gespaarde inkomen had zij met Piet moeten verrekenen. De investering van dit spaargeld in de B.V. maakt dat de waarde van de aandelen in de B.V. als belegging van te verrekenen bedragen moet worden gezien. Marie kan haar B.V. voortzetten, maar Piet heeft wel recht op de helft van de waarde van de aandelen.

Een periodiek verrekenbeding werd in de afgelopen decennia veelvuldig in huwelijkse voorwaarden opgenomen. Zolang daaraan tijdens het huwelijk uitvoering wordt gegeven, is dat geen probleem. Maar in de meeste gevallen wordt er door de echtgenoten niet jaarlijks verrekend, zoals bij Piet en Marie. Wees daarop alert en check of ook uw huwelijkse voorwaarden een dergelijk verrekenbeding bevatten. Ziet u een jaarlijkse verrekening niet zitten, kies dan voor een andere vorm van huwelijkse voorwaarden.

Koude uitsluiting
Wilt u elke vorm van vermenging van vermogen uitsluiten, dat kan in de huwelijkse voorwaarden worden opgenomen dat elke gemeenschap van goederen wordt uitgesloten, zonder dat daarbij wordt gekozen voor een vorm van verrekening van inkomen. Eventueel kan een uitzondering gemaakt worden voor bijvoorbeeld de inboedel en/of de echtelijke woning; daarvoor wordt dan een beperkte gemeenschap opgenomen. Al het overige vermogen blijft strikt gescheiden, zo ook het bedrijf. Deze vorm van huwelijkse voorwaarden wordt ook wel “koude uitsluiting” genoemd.

Finaal verrekenbeding
Een iets minder koude variant kan worden bereikt met een het opnemen van een finaal verrekenbeding. Elke gemeenschap van goederen wordt uitgesloten, al dan niet in combinatie met een beperkte gemeenschap voor woning of inboedel. Alleen komen de echtgenoten overeen dat aan het eind van het huwelijk door echtscheiding alsnog onderling wordt afgerekend als ware men gehuwd in gemeenschap van goederen. Een verdeling bij helfte dus. Van die verdeling kunnen bepaalde specifiek in de huwelijkse voorwaarden omschreven privé vermogensbestanddelen, zoals het bedrijf, worden uitgezonderd. Zo is het vermogen van de partner tijdens het huwelijk beschermd tegen schuldeisers van het bedrijf, maar deelt de partner in geval van echtscheiding wel in het bedrijfsvermogen.

De hiervoor beschreven huwelijkse voorwaarden is een greep uit de varianten die wij in de echtscheidingspraktijk regelmatig voorbij zien komen. Daarin is de ene vorm niet beter dan de andere. Maar om huwelijkse voorwaarden goed voor u te laten werken, is maatwerk belangrijk.

Verandert uw situatie binnenkort omdat u gaat trouwen of juist omdat u voornemens bent te gaan scheiden? Of wilt u uw bedrijf verkopen of stoppen? Dan kan het raadzaam zijn om huwelijkse voorwaarden op te stellen, te wijzigen of juist om te zetten in een gemeenschap van goederen.

Wij denken graag met u mee op welke wijze u uw bedrijf/echtgenoot zo goed mogelijk kunt beschermen en voortzetten.

Meer weten over dit onderwerp? Op ons kennisdossier: scheiden met een eigen bedrijf, vindt u alle informatie die u nodig heeft. Inclusief een handige download met een stappenplan.