Het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor de bouw (Wkb) is vandaag aangenomen door de Eerste Kamer.
Het wetsvoorstel werd in 2017 al aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer besloot in juli van dat jaar om de stemming over het wetsvoorstel uit te stellen. De toenmalige regeringspartijen waren bang dat in het nieuwe stelsel de gemeente de controle over de veiligheid en kwaliteit van de bouw zou verliezen, omdat het toezicht en de informatie over de bouw bij andere, private partijen zou komen te liggen. Deze vrees is weggenomen door het bestuursakkoord waarin de Minister o.a. heeft toegezegd dat de wet eerst uitgebreid in de praktijk moet worden getoetst voordat de bouwwereld en overheden ermee moeten werken. De bedoeling is dat het wetsvoorstel in 2021 in werking treedt, tegelijk met de Omgevingswet.
Belangrijkste wijzigingen
Het Wkb is ingediend om de bouwkwaliteit in Nederland te verbeteren. Door de toenemende complexiteit in de bouw, is herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging volgens de wetgever noodzakelijk, zodat de relatie tussen de (particuliere) opdrachtgever en de bouwende partijen evenwichtiger wordt.
Dit doel moet worden bereikt door de privaatrechtelijke positie van de (particuliere) opdrachtgever te verbeteren en door de introductie van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging. Met de invoering van de Wkb verschuift de focus in de bouw van het vooraf verkrijgen van een vergunning naar het tijdens en achteraf kunnen aantonen dat wordt voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit 2012 en andere afgesproken kwaliteitseisen. Om de privaatrechtelijke positie van de (particuliere) opdrachtgever te versterken, wordt de aansprakelijkheid van de aannemer voor de zogenoemde “opleveringsgebreken” aangepast. De aannemer blijft, anders dan in de huidige situatie, aansprakelijk voor de gebreken die niet bij de oplevering zijn ontdekt en die aan hem zijn toe te rekenen. Voor wat betreft de bouw van een woning die wordt uitgevoerd in opdracht van een (particuliere) opdrachtgever: de aannemer krijgt een ‘informatieplicht’ over de manier waarop risico's tegen schade door het niet nakomen van de verplichtingen en de gebreken na de oplevering zijn afgedekt. Bovendien wordt het door de notaris van de (particuliere) opdrachtgever in depot gehouden bedrag (maximaal 5% van de bouwsom) pas aan de aannemer uitgekeerd nadat de aannemer de opdrachtgever (schriftelijk) in de gelegenheid heeft gesteld om van zijn opschortingsrecht gebruik te maken.
Gevolgen voor de praktijk
Het wetsvoorstel heeft, behalve voor de (particuliere) opdrachtgever en aannemer, grote gevolgen voor de overige betrokken partijen bij het bouwproces. In plaats van de gemeente controleert een private kwaliteitsborger gedurende het ontwerp-en uitvoeringsproces of wordt gebouwd volgens het Bouwbesluit 2012. De kwaliteitsborger past een beoordelingsmethodiek toe, ook wel “instrument voor kwaliteitsborging” genoemd, die goedgekeurd dient te zijn door een nieuw op te richten bestuursorgaan, ‘de Toelatingsorganisatie’. Als de kwaliteitsborger constateert dat in strijd met het Bouwbesluit wordt gebouwd, dan informeert hij de vergunninghouder en stuurt hij een afschrift aan het bevoegd gezag (de gemeente of de Omgevingsdienst).
De aannemer is er primair verantwoordelijk voor dat wordt gebouwd volgens de tekeningen, bijbehorende adviesrapporten en het Bouwbesluit 2012. Onderaannemers en leveranciers kunnen de aannemer hiermee helpen door bijvoorbeeld voor hun producten garanties te verstrekken. Architecten en adviseurs (die vaak ook zijn geregistreerd als kwaliteitsborger) leveren de inhoudelijke kennis om er samen met de aannemer voor te zorgen dat het eindproduct voldoet aan het Bouwbesluit 2012.
De gemeente hoeft de bouwaanvraag dus niet meer te toetsen. In plaats daarvan toetst de gemeente of de toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging worden toegepast en of de kwaliteitsborger gekwalificeerd is om dit instrument toe te passen. Daarnaast beoordeelt de gemeente het bouwplan nog steeds op eisen van welstand, of het past binnen het bestemmingsplan en of er een gevaar ontstaat voor buren of passanten vanwege de bouwactiviteiten. Ook blijft de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op de naleving van het Bouwbesluit. Na gereedmelden van de bouw en het overleggen van het (informatie)dossier geldt een wachttijd van 10 dagen voordat het gebouwde in gebruik mag worden genomen.
De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen betekent voor de betrokken partijen dus een andere manier van werken. Hierdoor zullen er vooraf bijvoorbeeld ook andere afspraken met (particuliere) opdrachtgevers gemaakt moeten worden.